Via binnenwegen rijden we in zuidwestelijke richting en zien dan bij het gehucht Gervalds een complete standerdmolen (189). Hele vervelende opdringerige koeien dwingen mij tot een fotostop (het Saaremaa-syndroom zal hier ook wel debet aan zijn), maar de IC wandelt vrolijk naar de molen toe en gaat zelfs naar binnen. Opwindend? Mwaa, heel interessant schijnt de molen niet te zijn, maar volgens de IC is dit een molen die – heel bijzonder op Gotland – wel eens een enkele keer draait; maalt zelfs! Dat heeft hij duidelijk kunnen zien aan het (gesmeerde) halslager en bovendien ontdekt hij sporen van haver; jawel, volgens de IC moet deze molen incidenteel malen! Waarvan acte. Met terugwerkende kracht schaam ik mij enigszins voor mijn passieve houding…
Okay, ik laat me niet kisten; even noordelijker parkeren we onze molenbus bij de molen van Valdarve (190); dat we hiermee het lokale landbouwverkeer ernstig hinderen deert ons niet, want ook deze molen is meer dan interessant! We banjeren enkele honderden meters door een stronterig weiland, want deze molen willen we graag nader bekijken. De zwaar vervallen achtkante houten grondzeiler (om er nog even wat terminologie van het Storsudret bij te nemen: van het Bornholm-type) is zeer fraai gelegen op een heuvel (nou ja, glooing). Op de linkerfoto is trouwens op de achtergrond de kerktoren van Eskelhem te zien. Ooit moet het een hele fraaie, forse molen zijn geweest met een ‘’ajuinkap’’ (om het op z’n Vlaams te zeggen) en een “Nederlands’’ staartwerk met staartbalk, twee spruiten en vier schoren. Van kap en staartconstructie blijft helaas weinig over; de houten molen is zo lek als een mandje. Ook de onderbeplanking van het achtkant ontbreekt volledig; wel handig om naar binnen te lopen…
En toch: wat een schitterend spoowiel plus twee schijflopen voor onderaandrijving; eigenlijk mankeert er (nog) weinig aan… Ook ligt hier overduidelijk het raam van een zeskantbuil; er werd hier dus ook bloem gemaakt!
De IC doet nog een poging om op de steenzolder te klimmen, maar tevergeefs… Als we inzoomen met onze camera’s zien we een half naar beneden gestorte bovenas met bovenwiel en een gietijzeren ‘bonkelaar’ (best bijzonder) met een houten luitafel direct daar tegenaan aan de onderzijde voor een intrek-sleepluiwerk (zie ook Olsvenne, nr. 137). Ook de fraaie nok (beter: top) van het kapmodel is goed zichtbaar. Hoewel reeds behoorlijk vervallen zou deze fraaie molen z.s.m. geconserveerd moeten worden!
Er staat nog een tweede molentekentje op de kaart direct ten westen van Valsarve (191A). Wij treffen hier echter geen molen aan en noteren dat deze – met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid – verdwenen is…