We zijn zo’n 15 kilometer in zuidoostelijke richting gereden als we bij het gehucht Isums een kleine ronde stenen grondzeiler zien (197) staan. Het molentje staat fraai in het landschap op een punt waar een aantal grotere wegen bij elkaar komen. Romp en kap zijn duidelijk eleganter dan bij de gangbare molen van het Gotlandse type. Bemerk trouwens dat de romp niet bepaald symetrisch is gebouwd! Het eenvoudige staartwerk met twee schoren is dan weer wel typisch Gotlands; er is een enkele spruit in het midden van de kap. De molen is duidelijk ooit gerestaureerd, maar het wiekenkruis (lijkt aan de korte kant) begint te vervallen. Opmerking van de IC: er staat een piepende windvaan op de kap (maar daar is hij de IC voor).
Op de begane grond is duidelijk de ‘korsvirke’constructie (zie nr. 99) zichtbaar. Het gaandewerk ziet er prima uit: een klein spoorwiel drijft één koppel stenen aan middels onderaandrijving. We treffen geen sporen van een tweede koppel stenen aan (hetgeen best opvallend is; waarom niet volstaan met één koppel rechtstreeks aangedreven door het bovenwiel?). De diverse klampen op de muur voor de trekvangconstructie (al zijn het hier meer uitstekende houten pennen) zijn nog aanwezig.
Het ene koppel stenen op de steenzolder; hoewel hier best veel vernieuwd is, is het allemaal netjes gemaakt.
Ook in de kap is best veel vernieuwd, maar ook hier ziet het er best netjes uit. Even los van het aftakelende wiekenkruis: dit is een molen die best, zonder al te veel ingrepen, weer ‘’aan de praat’’ gekregen zou kunnen worden; maalvaardig nog wel! Opvallend is dat de ruimte in het – grotendeels vernieuwde – bovenwiel tussen de kruisarmen geheel is ‘dichtgetimmerd’; het is niet duidelijk in hoeverre dit origineel is. De houten bovenas is ter plekke van de spruit behoorlijk ‘verschraald’; dit zóu origineel kunnen zijn (maar geheel zeker zijn we hier niet van). De vang is gelicht! Draaien maar? Het zal waarschijnlijk het nodige afstelwerk kosten, maar – nogmaals – deze molen zou op een eenvoudige wijze wel ‘’aan de praat’’ kunnen worden gebracht; hoogtepuntje.
Enkele kilometers zuidelijker zoeken we in het gehucht Lunde naar een molen op basis van een Tommy Masters tekentje (198A), maar treffen geen molen aan. Op basis van het open landschap mogen wel toch wel, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, aannemen dat deze daadwerkelijk verdwenen is.
Nog enkele kilometers zuidelijker staat in het gehucht Gräne wél een molen (198), maar deze forse ronde stenen molen (met nepkap) is verbouwd tot woning en daarmee volkomen oninteressant; fotostop dus.