Verder naar het oosten staat de molen van Austers (9) beter in het zich; vanuit westelijke richtingen kunnen we hem al van kilometers afstand zien. De romp met kap (met bovenas) is van het bekende Gotlandse bovenkruier-type. Het kost ons heel veel moeite om door het dichtbegroeide (en stekende!) struikgewas naar de molen te komen, maar helaas zit hij op slot. Wellicht is hij ooit tot weekendverblijf ingericht, maar inmiddels al weer lang als zodanig verlaten (doch dit slechts ter speculatie)
Een flink eind verder naar het noord-oosten komen we in het gehucht Västös, een uithoek van de tour. Op de plaats van het ‘molentekentje’ is slechts met grote moeite iets van een molen waar te nemen tussen de bomen vanaf de openbare weg. Wanneer we iets terug rijden om eens goed te kijken, ziet de IC direct rechts van de weg een bijzonder gebouw dat volgens hem een rosmolen is, of op zijn minst ooit moet zijn geweest; goed voor het quotum (10).
Via een korte wandeling door een bos, bereiken we via een omtrekkende beweging de windmolen (11): een ingegroeide tot weekendwoning verbouwde romp met kap van een ronde stenen grondzeiler. Totaal oninteressant; fotostop.