Een molen die daarentegen niet of nauwelijks landschappelijke waarde heeft is die van het gehucht Sande (62). De vrij grote ronde stenen grondzeiler staat zeer ingegroeid en is vanaf de doorgaande weg alleen met grote moeite te zien. Hij verkeert in goede staat, al ontbreekt het wiekenkruis: de roeden zijn bij de askop afgezaagd! (misschien is er één end spontaan afgebroken en vond men het toen wel welletjes voor de andere drie). Het houten wiekenkruis ligt in het hoge gras rond de molen.
Nog als nieuw uitziende borden voor in het achterhek op de begane grond. Links een klamp met het vangtouw, of wellicht beter: één van de vangtouwen. Jawel, op deze molen vallen de puzzelstukjes in elkaar over hoe een vang op een gemiddelde Gotlandse bovenkruier werkt. Straks meer.
Ook deze molen is voorzien van een spoorwiel. Wat vooral opvalt is dat het gangwerk nauwelijks gedraaid heeft. Alles ziet er behoorlijk nieuw uit (terwijl het bovenwiel, uitgevoerd als armwiel, toch van een redelijk ‘’oude’’ constructie is); overleed de molenaar of eigenaar direct na de bouw? Maakten snel groeiende bomen direct naast de molen het functioneren al heel snel onmogelijk na de bouw? We kunnen slechts gissen…
Vangbalk met vangtouwen: zo werkt dat dus! Met behulp van een katrol kan de vangbalk omhoog worden gehesen (de vang lichten, in werking stellen) en met behulp van een touw direct aan de vangbalk kan deze naar beneden worden getrokken (vangen, stil zetten). De werking is vergelijkbaar met die van de trekvang op een Friese spinnenkop. Het is tevens een binnenvang: de beide vangtouwen lopen vanuit de kap naar de begane grond. Om dit bereiken moet er dus ruimte zijn tussen de zolders en de muur van de romp. In de regel bereikt men dit door het vloerhout niet helemaal door te laten lopen tot de muur. Vanwege de verschillende windrichtingen, moeten de vangtouwen natuurlijk wel regelmatig ‘verstoken’ worden, om niet achter zolderbalken te blijven hangen.
Op de begane grond zijn diverse klampen op de muur aangebracht: hierop bevestigt men het ‘gewone’ vangtouw als de molen in bedrijf is en fixeert men het andere vangtouw (laten we het gemakshalve even kneppeltouw noemen) indien de molen ‘’op de vang staat’’; stil staat dus. Naar alle waarschijnlijkheid dienen de verticale balken met de vele gaten in de rompen van molens die we gisteren op noordelijk Gotland hebben gezien ook op één of andere manier om de vangtouwen te bevestigen. Op deze molens ontbreken dus de klampen die we hier (en de verdere Grote IC-tour) zien.