We hadden hem zojuist al zien staan: de achtkante houten grondzeiler van het gehucht Olsvenne (137). Om in de terminologie van Storsudret te blijven: van het Bornholm-type. De staart is verdwenen, het wiekenkruis in verval, maar verder lijkt hij aardig geconserveerd. Dat klopt ook blijkens een foto van deze molen op pag. 75 van Väder- och Vattenkvarnar på Gotland: ondanks dat deze ruim 40 jaar oud is (1971) staat de molen er tegenwoordig nog zo’n beetje het zelfde bij.
De molen staat achterop het erf van een veehouderij. We spreken de eigenaresse (of de vrouw van) die ons best de molen wil laten zien. We opperen het idee dat deze molen bij uitstek geschikt is voor een (maalvaardige) restauratie, maar daar zal het voorlopig niet van komen. De veehouderij levert erg weinig op, er wordt wat extra geld verdiend door aan huis, in een kleine winkel, zelf vlees te verkopen, maar voor de molen blijft niets over…
Met enig gewurm komen we op de begane grond. Het is hier tevens opslagplaats, dus is het vooral klimmen in plaats van lopen. Maar wat een schitterende molen! Er is een in hout uitgevoerd onderaandrijfwerk dat nog in goede staat verkeert. Twee koppel stenen (ik meen beide nog aanwezig) maalden allebei in een buil (voor bloem dus). Ook beide builen zijn nog aanwezig.
Ook niet algemeen op Gotland: er is een (sleep)luiwerk waarvan het luiwiel tegen de onderzijde van de bovenschijfloop loopt. Het gaandewerk in de kap is conisch uitgevoerd. Alles verkeert hier nog in redelijk tot goede staat. De vangbalk ligt boven het voeghout (gebruikelijk op Gotland), ik ben echter vergeten of de molen een ‘trekvang’ had of een binnenvangstok. Ook is duidelijk te zin dat dit een anti-clockwise molen is; dat is dan weer niet algemeen op Gotland.
Als we de molen bekeken hebben wijst de IC me nog op een merkwaardig detail: klossen aan de onderzijde van de kap ter centrering. Deze lopen dus tegen de buitenzijde van de kuip!
De volgende molen staat slechts enkele kilometers verderop, maar vinden we pas na uitgebreid zoeken: het is een volledig ingegroeide zwaar vervallen standerdmolen (138) ergens tussen de gehuchten Gans en Båtels (nee, niet het zelfde gehucht als molen nr. 136!). We houden het bij een fotostop, temeer daar we ons nog steeds bewust zijn van het feit dat we ruim 200 molens in slechts 7 dagen moeten bekijken. Dan kan je helaas niet alles aan een onderzoek onderwerpen. Dit is tevens de reden waarom we een molen bij het nabijgelegen gehucht Lingsarve skippen: een korte zoektocht levert geen molen op, maar we kunnen niet uitsluiten dat er nog ‘’iets’’ staat (139A).