Dat schoot lekker op. We beginnen nu aan het rondje ten oosten van de doorgaande weg nr. 142. Binnendoor rijden we naar Grötlingo en een paar kilometer oostelijker vinden we een standerdmolen (139) in het gehucht Skradarve. Het is een redelijk geconserveerde kast, zonder wiekenkruis en het een vrijwel geheel weggerotte askop. De stenen onderbouw is flink gescheurd.
Toch heeft deze kast iets bijzonders: aan de achterzijde (over dat begrip kun je ook weer discuteren: de staartzijde voor alle duidelijkheid) is de kast over de gehele hoogte uitgebouwd waardoor deze een goede meter langer is en dat laatste gedeelte steekt voorbij de stenen onderbouw, net boven het maaiveld. Er is een soort (verlaagd) ‘laadplatform’ waardoor het – volgens onze hypothese – gemakkelijker wordt om zakken in de kast te tillen. Tevens is er uiteraard extra opslagruimte ontstaan. Als ik de IC vraag waar dan eigenlijk de staartbalk moet hebben gezeten en hij daar niet direct een antwoord op weet, is duidelijk dat ik weer een groots molinologisch vraagstuk heb aangekaart.
Een goede drie kilometer naar het zuidoosten staat even links van de doorgaande weg een ronde stenen grondzeiler van het ‘zuivere’ Gotland-type (140). De ontwiekte molen is ingericht als vakantieverblijf. Fotostop en doorrijden dus.
Een goede kilometer rechts direct langs de doorgaande weg staat in het gehucht Rums dit netjes gerestaureerde standerdmolentje (141). Ik meen me te herinneren dat de IC nog even binnen is geweest, maar er valt sowieso eigenlijk niet zoveel bijzonders (zeg maar niets) over te melden.
Een paar honderd meter verder slaan we links een klein weggetje in en zien na amper twee kilometer een molen bij het gehucht Viges (142); of eigenlijk gewoon in de middle-of-nowhere. Het lukt ons niet om de nogal ingegroeide molen te bereiken. Bovendien ziet hij er uit als een vakantiewoning met wieken (herstel: zonder wieken) dus houden we het maar op een fotostop met telelens….
Terug op de doorgaande weg treffen we na een goede kilometer een zwaar vervallen standerdmolen aan bij het gehucht Frigsarve (143). Nee, nu eens niet een fotostop, we lopen er gewoon naar toe. Het molentje is zó slecht dat het koppel stenen door de steenzolder is gezakt en nu op de maalzolder staat (voor zover je hier nog van zolders kunt spreken natuurlijk). Molentechnisch is dit niets bijzonders, maar toch (ik herhaal het nog maar eens) levert zo’n ruïne – hoe paradoxaal – altijd wel een paar hele mooie plaatjes op. De molen valt in de categorie “die staat over tien jaar niet meer overeind”…. Reddeloos dus.