Dinsdag 29 juli 2014 (deel 7)

git-130-gisle

We zetten nu definitief koers naar het noorden met als einddoel de hoofdstad Visby. Zo ver is het echter nog lang niet en bovendien zullen we de komende dagen nog flink wat heen en weer slingeren.

Voorbij Burgsvik (waar we de “Storsudret-tour” begonnen) zien we bij het gehucht Gisle een forse achtkante stenen molen (130). Gisteren zagen we hem ook al vanaf de hoofdweg en toen dachten we nog te maken te hebben met een stenen onderbouw van een achtkante houten stellingmolen; dat moet dan wel een hele grote zijn geweest! Ik veronderstel nu voorzichtig dat het wel eens het ‘broertje’ van de molen in Burgsvik (nr. 93) zou kunnen zijn geweest… Het boek stelt dat het een ‘stor hättkvarn’ was, een grote bovenkruier dus… daar worden we ook niet veel wijzer van. Mocht het een grondzeiler zijn geweest, dan moet het – gezien het feit dat de romp veel minder taps toeloopt dan in Burgsvik – een gigantische molen zijn geweest.

De molen is gebouwd vóór 1888 en in 1952 aangekocht door ene Paul Norby, leraar op de volkshogeschool in Hemse, die de molen – die toen al flink vervallen was – inrichtte als vakantie woning. Dus: oninteressant. Dus: fotostop.

Even noordelijker staat de standerdmolen van Fide (131); op pag. 125 van het boek wordt hij kort omschreven (zonder foto). Volgens een inscriptie in een balk zou hij gebouwd zijn in 1797. Tijdens een rantsoen tijdens de tweede wereldoorlog (daar deed Zweden toch niet aan mee?) zou er klandestien gemalen zijn. In 1989 is de molen gerestaureerd, maar inmiddels is het wiekenkruis alweer wat vervallen. Tijdens de wandeling naar de molen worden we begeleid door een groep leuke koeien (er zijn ook niet-leuke koeien; zie verderop in dit verslag). De IC heeft de smaak te pakken als het gaat om het kruien van standerdmolens, maar hier zit de boel (helaas) muurvast. Ook zit de molen op slot, dus gaan we snel weer verder. Voor dit verslag is het echter tijd voor een intermezzo.