Inmiddels hebben wij de laatste molen op Storsudret bezocht. Op pag. 125 van het boek wordt gesproken over een inventarisatie van de molens op dit schiereiland daterend uit 2007. Uit dit onderzoek blijkt dat er destijds (nog niet eens zo heel erg lang geleden dus) 36 windmolens stonden. De hamvraag: hebben wij ze allemaal gezien?
Getalsmatig: ja. We zijn gisteren gestart bij nummer 93 en eindigden zojuist bij nummer 131. Dat maakt in totaal 39 molens. Kortom: we hebben er meer dan de geïnventariseerde gezien!
Een blik in het boek: nee. Op zowel pagina 125 als 129 staat een molen die we toch echt niet gezien hebben.
Hoe zit dat? Een voorzichtige rekensom: gisteren hebben we een (voormalige) rosmolen bezocht (98) en die telt natuurlijk niet mee bij die 36 molens. Daarnaast – maar nu kom ik op de vraag: wat is een molen? – hebben we vier ‘molens’ bezocht die dermate ruïneus waren dat we ons voor kunnen stellen dat ze ook niet meetelden in de inventarisatie. Het gaat dan om de nagenoeg verdwenen / ingestorte ‘molens’ in Kvarne (104), Augstens (115), Storms (123) en Hamra (128). Dat maakt bij elkaar vijf niet-geïnventariseerde molens: 39 – 5 = 34. Dus… blijven er nog twee over die we niet bezocht hebben. Inderdaad: die twee op de pagina’s 125 en 129 van het boek. Het gaat hier om een gerestaureerde standerdmolen ‘’Anderse Kvarn’’ (pag. 125) en een wat vervallen standerdmolen “Simunde Kvarn” (niet te verwarren met nr. 102) in Öja (pag. 129). Öja is een dorp even ten noordoosten van Burgsvik, maar beide molens zijn – ondanks allerlei google-pogingen – onvindbaar op internet.
Het klinkt trouwens bijna te mooi om waar te zijn, dat we uitgerekend (en alleen) deze molens hebben gemist op Storsudret. Maar zolang het tegendeel niet wordt bewezen……