We rijden oostwaarts naar het gehucht Karlsro waar volgens onze kaart een molen midden in een bos zou moeten staan. We vrezen een hele moeilijke zoektocht, maar dat valt mee: de gerestaureerde standerdmolen (211) staat weliswaar inderdaad midden in een bos, maar we rijden er als het ware vanzelf tegenaan. Onder een afdak ligt de oude houten bovenas.
De molen blijkt van elders (waar?) afkomstig en we raken al snel aan de praat met de eigenaar die vlakbij de molen woont en op zijn erf meerdere huizen/gebouwen heeft gebouwd in allerlei (oude) bouwstijlen; iets waar hij nog steeds volop me bezig is. We krijgen een rondleiding over zijn erf.
Over de molen valt eigenlijk niets bijzonders te melden, het opmerkelijkste is eigenlijk de tip die deze man ons geeft: de grootste molen in de verre omgeving staat in het even noordelijker gelegen Endre en díe moeten we echt zien volgens hem. U zegt?! De grootste molen in de verre omgeving, maar geen ‘molentekentje’ op de kaart, dus deze molen zouden we zonder deze tip zomaar over het hoofd hebben gezien?! Ik vrees van wel….
Omdat het nog lang niet donker is en we voor vandaag eigenlijk alleen nog twee molens bij het gehucht Myre op het programma hebben staan, is het voor ons geen enkel probleem om enkele kilometers in noordelijke richting om te rijden naar Endre. By the way: in Endre zijn we slechts enkele kilometers verwijderd van de eerste molen van deze Grote IC-Tour; we beginnen langzaam maar zeker af te ronden….
Eenmaal in Endre is het nog even zoeken, maar dan zien we toch nog onverwacht de meest kollossale molen van deze hele tour! (de molen van Sandvik, nr. 237, die we morgen zouden bezoeken even buiten beschouwing gelaten). Op het hoogste punt van de omgeving staat een gigantische achtkante houten stellingmolen met vierkante stenen onderbouw (212).
Dat is even een aangename verassing! Inmiddels goed ingelezen in het eerder genoemde boek “Gotlands kvarnar genom tidera” is het natuurlijk geen verassing meer, maar voor dit moment staan we even met onze ogen te knipperen!
Op basis van de informatie in onderhavig boek: het betreft hier een eerder Duits/Deens aandoende molen compleet met windroos en (dubbele) zelfzwichting; alleen de eerder bezochte Hallbjers Kvarn (nr. 81) komt hierbij enigszins in de buurt. Morgen in Visby zouden overigens nog twee soortgelijke molens ter sprake komen.
Op basis van informatie op pagina 60/61 van “Gotlands Kvarnar genom tidera” ontleed ik de volgende informatie (wederom: mijn Zweeds is niet feilloos): de molen is gebouwd in 1872 of 1873 (twee bronnen op één pagina, 60, spreken elkaar overduidelijk tegen!). In 1914 worden zeilen en staart vervangen door zelfzwichting en windroos. Daar heeft de molen blijkbaar niet heel lang plezier van gehad, want in 1922 volgt de installatie van ‘’een nieuw maalwerk’’ (nadat er in 1919 al een hulpmotor kwam), waarna een jaar later (1923 dus) het wiekenkruis wordt verwijderd. In 1969 wordt met behulp van een kraan de kap verwijderd en het achtkant ingekort.
Tot 1989 blijft de molen als motorische maalderij in bedrijf en in dat jaar (maar het kan ook later zijn; nogmaals: mijn Zweeds is niet feilloos) wordt hij aangekocht door een lokale vereniging (‘förening’) die zich ten doel heeft gesteld om de molen weer in oude luister te herstellen! Alle informatie hierover (ook in het Engels) is terug te vinden op de website www.endrekvarn.se. De IC heeft bij thuiskomst nog een mail – via deze website – naar deze vereniging gestuurd om zijn hulp aan te bieden bij dit nobele streven, maar heeft daar – voor zover ik weet – geen reactie op gekregen…
Al met al toch nog een zeer enerverend – en onverwachts – molenbezoek aan het eind van deze dag; een dag die we nu écht gaan afronden (met het einde van deze nu al zeer geslaagde Gotlandse molentour in zicht…)