Enkele kilometers zuidelijker zien bij we het gehucht Löves een gerestaureerde, maar nogal ingegroeide standerdmolen (202). Het wiekenkruis lijkt vanwege de plaatsing voorhek/achterhek anti-clockwise (!) maar we hebben inmiddels geleerd voorzichtig te zijn. Het ‘hekwerk’ staat werkelijk naar alle kanten, dus het kan nog ook nog alle kanten uit. Binnen blijkt, zoals verwacht, het om een gewone clockwise molen te gaan. Verder nog wat te melden? Er zijn blijkbaar borden geleverd bij het verder nogal amateuristische wiekenkruis en de pasbalk wordt bediend door middel van een spindel met ‘draairing’ zoals we al eerder hebben gezien.
Omdat ik me inmiddels realiseer dat we aan het ‘’inlopen’’ zijn, ben ik – naast kaartlezen – ook al druk in het prachtige boek Väder och Vattenkvarnar på Gotland aan het lezen c.q. plaatjes kijken. Op pagina 14 valt mijn oog op een interieurfoto van een schitterende gerestaureerde zaag- en korenwatermolen in ‘Petarve i Sanda’. Dat komt bekent voor! Sterker: daar zijn we vandaag begonnen (molen nr. 187). Omdat we vandaag in een soort lus naar het noorden zijn gereden en vervolgens weer terug naar het zuiden, bevinden we ons op dit moment weer vrij dicht bij deze plaats; change of plans! We rijden ca. 10 kilometer terug naar het westen en zijn wederom in Sanda-Petarve….
Het is even zoeken, maar dan vinden we in het groen een prachtige waterradmolen (203). De molen heeft een groot, enigszins primitief ogend waterrad, maar wat vooral opvalt is dat hij volledig droog staat!
Wat ook opvalt is het fraaie ingenieuze houten tandwielensysteem.
De in 1975 gerestaureerde molen ziet er uit alsof hij nog wel eens een enkele keer in bedrijf wordt gesteld, de vraag is alleen: hoe? Een hulpmotor treffen we niet aan; zou er in de winter wél voldoende water zijn?
En er is natuurlijk nog een koppel maalstenen dat ook door de waterkracht wordt aangedreven.
Excusez, ik maak me er zelf wel heel erg gemakkelijk van af, maar dit verslag gaat in essentie over de windmolens op Gotland (en dat is al een hele opgave op zich…). Nog een paar opmerkingen: het aantal water(rad)molens op Gotland liep al aan het begin van de 19e eeuw heel sterk terug; tussen 1807 en 1888 daalde hun aantal van 228 naar 75 (!) en dat zou het gevolg zijn van een gebrek aan stromend water (in mijn beste Zweedse vertaling, terug te vinden op pagina 33 in voornoemd boek). Na 1888 zou hun aantal nog verder dalen naar minder dan 10 (!) in 1971-1972. Ik kom hier morgen nog op terug bij mijn eindconclusies.