We hoeven maar een paar 100 meter verder te rijden en de volgende molen is alweer zichtbaar. Het is de “Simunde Kvarn” in Vamlingbo (102). De ronde stenen grondzeiler is van het Bornholm-type en duidelijk een maatje groter dan de molens die we hiervoor zagen. Wel is hij beduidend kleiner dan de gigantische molen in Burgsvik (92). Eigenlijk staan er diverse van dit soort molens op Storsudret, het is alleen opvallend dat juist deze in het boek wordt betiteld als ‘maalderij’. Dat komt, realiseer ik mij later, omdat die ‘maalderij’ feitelijk het gebouw in de directe omgeving van de molen betreft en niet de molen zelf. Dank aan Tommy Masters (die molen én maalderij in 1995 bezocht); tijdens ons bezoek hebben we helaas geen weet van deze maalderij…
Op pag. 136 wordt hij kort beschreven. De molen dateert uit de 18e eeuw en is gebouwd volgens een ‘korsvirkeskonstruction’ (zie Sigfride, nr. 99). Bij de molen stond een ‘locomobiel gedreven zaagwerk’ en in 1928 is hij verbouwd tot motormaalderij (of woorden van gelijke strekking).
Het jaar 1928 komt ook terug in de tekst op pag. 109 – 117 (9 pagina’s lang dus!) waarin de molen als motormaalderij nader wordt beschreven: dat zal dus wel op de bouw van de maalderij slaan. In een maalboek heeft de molenaar gedurende vele jaren minutieus bijgehouden wat hij maalde, wanneer, voor welke prijs etc. Analyses van deze maalstaten vormen de kern van dit lange hoofdstuk over deze molen/maalderij. In 1983 kwam hier een einde aan de maalactiviteiten.
Van de eigenaresse die naast de molen woont krijgen we toestemming om binnen in de molen (die zoals zo vaak hier niet op slot zit) te kijken. Men wil de molen opknappen, maar dat zal een hele klus worden. De molen is zeer vochtig: de muren lekken en ook het dak is niet waterdicht. Heel veel houtwerk is door houtrot aangetast. Op de linkerfoto (begane grond) en de middelste foto (eerste zolder) is de genoemde ‘korsvirkeskonstruction’ te zien; ook behoorlijk verrot trouwens. Zowel op de begane grond als de eerst zolder zijn restanten van builen te zien. Blijkbaar maakte men ook in de molen zelf ooit bloem.
Nog meer industrieel erfgoed in Vamlingbo. De IC maakt er een foto van, dus dat doe ik ook maar (dit heet immers niet voor niets de Grote IC-Tour….)
Enkele kilometers naar het westen komen we in het gehucht Kvarne. Zien we daar links niet iets dat op een molen lijkt? Dat is voor straks, want we hebben ons volgende doelwit al in het vizier. Het is een ronde stenen grondzeiler van het Gotland-type (103). De molen staat min of meer in een achtertuin. Wiekenkruis en staart ontbreken, de kap met bovenas is nog wel aanwezig, maar in vervallen staat. We kunnen net boven de gesloten deur een foto maken van de begane grond. Het is er vooral een zootje; niets wijst op gaandewerk (pasbalk etc.).
In dat andere boek, Väder- och Vattenkvarnar på Gotland, staat op pagina 58 een fraaie oude foto van deze molen, terwijl er op pag. 74 een eenvoudige doorsneetekening van de molen is opgenomen. Hieruit blijkt dat – hoewel de grootte en het model van de molen het niet doen vermoeden – de molen een spoorwiel heeft (gehad).
En nog even kijken naar wat we daarnet zagen: jawel, een ingestorte standerdmolen (104). Standerd met steenbalk staat nog overeind en links op de grond ligt de bovenas met resten van het wiekenkruis; goed voor het quotum!