Maandag 28 juli (deel 7)

git-94-sibbjans1-1

Hier behoort een overzichtskaart van het zuidelijke schiereiland Storsudret te staan. Het gebied meet hoogstens 10 bij 15 km. maar is bijzonder molenrijk. Helaas lukt het mij (nog) niet om dit kaartje in dit verslag te plaatsen…

Vanuit Burgsvik nemen we de doorgaande weg naar het zuiden en zien dan al na enkele kilometers drie ronde stenen grondzeilers (allen van het echte inheemse Gotland-type) aan de rechterzijde bij het gehucht Sibbjans. De molens staan goed in het zicht (en dus op de wind) en worden veel gefotografeerd.

Op pag. 139 van Gotlands kvarnar genom tiderna (hierna te noemen ’het boek’)worden de drie molens (zeer) beknopt beschreven. In 1888 worden de drie molens op een landkaart weergegeven. Hoewel ze alle drie toch wel eens gerestaureerd zijn – uitwendig althans – hebben ze allen een andere particuliere eigenaar; net als in de tijd toen ze nog als ‘boerenmolen’ fungeerden dus.

De zuidelijkste (94) is net een (klein) maatje groter dan de andere twee. Het wiekenkruis begint al weer af te takelen maar verder verkeert de molen uitwendig in goede staat. Op de begane grond is de pasbalk aanwezig (alle drie de molens hebben één koppel stenen dat rechtstreeks door de bovenwiel wordt c.q. werd aangedreven); het staakijzer en het koppel stenen liggen los op de grond. Er is een nieuwe bovenas zonder bovenwiel (dat piepkleine metalen schijfje mag natuurlijk die naam niet dragen).

De middelste molen (95) staat er iets beter bij, zowel uit- als inwendig. Het originele bovenwiel is nog op de bovenas aanwezig; het staakijzer staat los in de molen.

De zuidelijkste molen (96) staat er ook goed bij, maar zit wel op slot. De IC heeft blijkbaar zin om te poseren: wat jíj wil!

Overigens staan er op de kaart slechts twee ‘molentekentjes’ en geen drie.

 

Via een kaarsrecht weggetje rijden we westwaarts naar het gehucht Västland (in de vertaling niet voor niets ‘westland’) waar een ronde stenen grondzeiler van inheemse Gotlandse type staat (97). Oorspronkelijk stond de molen op een hoge zeer aantrekkelijke plek, nu is hij zodanig ingegroeid dat hij maar amper te fotograferen is.

In het boek wordt de molen kort besproken op pagina 138. Hij is gebouwd in 1823 en zou gerestaureerd zijn in 1962; hoogstwaarschijnlijk niet meer dan een welbekende ‘’optische’’ restauratie. Na een brand in de jaren ’80 is hij opnieuw gerestaureerd. Inwendig zal er dus waarschijnlijk weinig tot niets origineels meer resten.

Via het zelfde weggetje rijden we weer terug naar de doorgaande weg.