Vooruit, speed-IC! Eerst een stukje oostkust met in het gehucht Damba deze molen (22); ingericht als vakantie- of weekendwoning, dus niet interessant: fotostop. De molen heeft een (nep)wiekenkruis. De mansardekap lijkt origineel, maar daar moet wel een kanttekening bij worden gemaakt. Op pagina 44 van het eerder genoemde boek Väder- och Vattenkvarnar på Gotland beklagen de auteurs zich over de ‘toeristenmolens’ met over-gedimensioneerde kappen met dito panoramavensters en spreken zelfs (vrij vertaald) over vandalisering van het cultureel erfgoed; die mensen waren in 1971/’72 hun tijd ver vooruit! De op deze pagina afgebeelde ‘turistkvarn’ bij Nystuga is met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid molen nr. 34 die wij bij het gehucht Båta hebben ingedeeld.
Ook de andere molen van Damba (23) heeft een wel erg grote manasardekap.
Terwijl we molen 26 al van enige afstand zien staan, eerst naar het gehucht Hammars, waar onder andere deze molen staat (24). De nogal ingegroeide romp met kap is zowaar niet ingericht als vakantie- of zomerwoning, heeft een ‘gewoon’ zadeldak, maar is – ook omdat hij op slot zit – niet bijster interessant. Op het erf ligt nog een oude houten bovenas.
Even noordelijker staat de tweede molen van Hammars (25). Deze molen is nogal vreemd gelegen, namelijk in een dal. Bij noordelijke winden moet hij prima hebben gedraaid, bij zuidelijke winden stond (staat) hij achter een vrij hoge heuvel. Al eerder opgemerkt: bij de kleine boerenmolentjes kwam dat hier wel vaker voor. Als we de bus parkeren om naar de molen toe te lopen, worden we toegeschreeuwd (in het Zweeds) door een hysterische vrouw die zegt dat we onze bus daar niet mogen parkeren en/of dat we niet naar de molen mogen. Het zal allemaal wel: wij beperken ons ook hier – bij deze ogenschijnlijk oninteressante molen – tot een fotostop.
Hetgeen ook geldt voor de reeds gespotte molen van het gehucht Verkegards (26): woning = fotostop; desnoods met een telelens van een nabijgelegen boerenerf; snel door met de Grote IC-Tour!