Tot zover de uithoek, nu terug naar het noorden, waar we in het gehucht Takstens een prima onderhouden ronde stenen grondzeiler (15) vinden. De molen hoort bij een grote boerderij, Takstensgård geheten, die er spiek en span uitziet. Dat geldt ook voor de molen, al is – waarschijnlijk recent – de houten askop afgebroken. Het wiekenkruis ligt nog naast de molen is het gras. Wellicht dat de schade binnen afzienbare tijd wordt hersteld.
Opvallend is dat hier geen gebruikelijke (staart)schoren zonder staartbalk zijn, maar dat hier – uitzonderlijk – wel een staartbalk aanwezig is.
Verder naar het oosten waar de volgende vier molens (het zouden er vijf blijken te zijn) behoorlijk dicht bij elkaar staan. Allereerst de molen van het gehucht Kauparve (16) die met een beboste heuvel op het noorden, niet echt een ideale windvang moet hebben gehad. Vakantiewoning, dus fotostop. Het gebroken kapmodel (mansarde) is hoogstwaarschijnlijk origineel. Het wordt ook beschreven in het eerder genoemde boek en is met name op Fårö algemeen, al zijn daar wel enige kanttekeningen bij te maken (zie later vandaag).