Een kleine tien kilometer zuidelijker zien we al van enige afstand de molen van Boge (50). Het is een in vele opzichten bijzondere molen: een slank achtkant, horizontale betimmering, opvallend kapmodel en een anti-clockwise wiekenkruis voor zeilen; een beetje Hollands zouden we met enige fantasie kunnen zeggen.
Het lijkt een beltmolen met afgegraven belt, maar gezien het ontbreken van deuren ter hoogte van de zogenaamde belt (bovenzijde metselwerk), is het waarschijnlijk toch gewoon een grondzeiler. Het wiekenkruis moet destijds wel langer zijn geweest, vermoeden we. Een aantal dagen later zou (o.a.) in Hästings (nr. 204) blijken dat men een nep-wiekenkruis al snel een aantal meters korter maakt dan het oorspronkelijke kruis.
Met enige moeite weten we ons naar binnen te wurmen. Op de begane grond staat een motorisch gedreven maalstoel. De koningsspil loopt door tot op de onderste bintlaag (bovenzijde gemetselde onderbouw) en is aan de onderzijde voorzien van een vrij groot houten tandwiel met kammen die naar beneden wijzen. Met name door de twee vrij grote deuren tegenover elkaar vermoedt de IC dat de molen vroeger een zaagwerk heeft aangedreven. Ik heb er zo mijn twijfels over…
De eerste zolder is de maalzolder (zou logisch zijn indien het een beltmolen was geweest, maar het is een grondzeiler, maar wel één met wellicht een zagerij onderin dus vandaar dat de maalzolder één verdieping naar boven is gegaan….. en zo kunnen we nog lang discuteren). De molen blijkt van onderaandrijving voorzien te zijn; er is een fraai houten spoorwiel met fijne steek, het steenwiel zelf is van gietijzer.
Ondanks de ‘two-steps-gear’ (zoals het zo fraai in de internationale molinologie heet) is de molen slechts voorzien van één koppel stenen
Ook op de steenzolder: wat is dit voor een molenzaak? Een steenkraan? Maar hoe dan? Een hijsconstructie om het staakijzer te lichten is het ook niet, want dat is overbodig bij onderaandrijving.
In de kap. Wat ook bijzonder is, is het kruiwerk. Zien we op Gotland eigenlijk uitsluitend sleepkruiwerken of iets dat op een neutenkruiwerk lijkt, hier is een rollenkruiwerk, althans met op z’n minst één rol direct onder de windpeluw (de rest kan ik me niet meer herinneren).
Ook hier weer een fraai houten (boven)wiel met fijne steek en een gietijzeren ‘bonkelaar’. Bemerk ook de centreerrol onder de ijzerbalk. De plaats van de vangbalk bevestigt dat de molen daadwerkelijk anti-clockwise is. (die conclusie kan men op Gotland niet louter op basis van het wiekenkruis trekken!). Vang’balk’ is overigens wellicht iets teveel gezegd: het is een hele kleine (korte) ijzeren ‘staaf’ met daaraan wél een gigantisch grote steen als gewicht.
We vermoeden dat ook deze molen iets van een binnenvangstok heeft gehad, maar bewijzen hebben we niet. Bovendien is nog steeds niet helemaal duidelijk hoe zo’n vangconstructie nu precies werkte (wordt vervolgd). Ook weten we eigenlijk wel zeker dat de molen voorheen een staart heeft gehad, al kunnen we slechts gissen naar de vorm.
Ook deze molen is te zien in het youtube-filmpje Kvarnar på Gotland.