Wij rijden weer een stukje terug naar Kräklingbo en slaan daar rechtsaf richting een landtong (met als belangrijkste plaats Östergarn) waar een tiental molens vrij dicht bij elkaar staat. We vrezen hoofdzakelijk tot weekend- en vakantiewoningen omgebouwde molens (na het toeristische eiland Fårö), maar dat blijkt mee te vallen.
Eerst nog de kleine molenruïne van het gehucht Hajdeby (54). Eigenlijk staat hier – net als bij de vorige molen – alleen nog het muurwerk overeind.
Binnen is alleen nog waar te nemen (weinig verassend) dat er één koppel stenen centraal in de romp heeft gelegen en dus rechtstreeks door het bovenwiel werd aangedreven. Als we weer naar de bus lopen, zien we – op de oude bovenas – de oude halssteen in het gras liggen; een afgebroken stuk daarvan is zowaar weer teruggeplaatst met behulp van lijm en een draadeind. “De restauratie is gestart”, concluderen we in een vlaag van optimisme.
De molen van Gannarve (55) ziet er uit als een vakantiewoning, dus zijn we streng: fotostop en doorrijden
Bij de imposante kerk van Gammelgarn (met direct daarnaast nog een veel imposantere verdedigingstoren uit de 12e eeuw) slaan we linksaf, waar na ca. een kilometer een ronde stenen grondzeiler aan de rechterzijde van de weg staat. De molen is van het bekende ronde stenen grondzeiler-type van Gotland en – voor zover we kunnen oordelen – netjes gerestaureerd. Daartoe moeten we op de buitenkant afgaan, want de molen zit helaas op slot.
Een paar kilometer verder naar het noorden zien we in het gehucht Mattsarve (56) een ruïneuze romp die écht helemaal leeg is; geen koppel blauwe stenen, geen pasbalk in het midden van de molen, niets…..