Dinsdag 29 juli (deel 3)

git-121-langmyre2

Na dit lange enerverende bezoek rijden we door naar het gehucht Langmyre waar een recent geconserveerde standerdmolen (121) staat. In het boek wordt de molen op pag. 131 kort beschreven inclusief twee foto’s waaruit blijkt dat de molen bij lange na niet wind- en waterdicht was. Het molentje – met opvallend hoog geplaatste daklijsten – is thans voorzien van een nieuwe beplanking en een (tijdelijk?) nieuw dak van golfplaten.

Hij is gebouwd in 1827: een jaartal dat ook in een balk is ingekerfd (hebben we blijkbaar over het hoofd gezien). Vlak in de buurt zouden nog vier van dergelijke molentjes hebben gestaan. Voor zover ik de tekst begrijp: in de jaren ’40 zou ene Folke Söderström op 12-jarige leeftijd dodelijk zijn getroffen door een draaiende molenwiek en sindsdien is de molen niet meer in bedrijf (nogmaals: ik ben niet helemaal zeker van deze vertaling).

git-121-langmyre4

Momenteel wordt de molen stukje bij beetje opgeknapt, wellicht door de eigenaar zelf, ene Karl- Johan Jakobsson. Hier wordt de maalzolder vernieuwd.

Hoewel het gaandewerk nog opvallend goed oogt hebben belangrijke balken toch flink te lijden gehad onder de weersinvloeden; zie bijvoorbeeld de steenlijsten en de steenzolder. Nog genoeg te doen dus. Op één van de steenlijsten vinden we een oude scherphamer (wel gefotografeerd; lukt even niet om hem te plaatsen).

Enkele kilometers verderop wordt ook volop gewerkt aan de standerdmolen van Sallmunds (122). Dit is de molen op de coverfoto van het boek. Op het moment dat wij arriveren is een lokale aannemer bezig om o.a. een nieuwe maalzolder aan de brengen; hij heeft al een nieuwe staartbalk aangebracht en de kast van nieuw kleedhout voorzien. De man spreekt geen Engels, maar gelukkig is daar ook de eigenaresse, ene Ylva Wahlby, die wel vlot Engels spreekt.

Over de techniek van de molen kan ze ons weinig vertellen, dus gaan we zelf op onderzoek uit. Zoals gemeld wordt de maalzolder momenteel vernieuwd. Over de merkwaardige inkepingen in de standerd tasten we zelf ook in het duister: ze lijken bedoeld voor steekbanden (zoals op de Nederlandse standerdmolens) maar dat lijkt ons bij dit soort molens onmogelijk een verklaring

Tommy Masters herkende een steekbandconstructie zoals die veel voorkomt op standerdmolens op het Estse eiland Saaremaa (ja, dat van dat syndroom, maar daar hebben we het nu even niet over): veel molens daar hebben een stenen voet met daarnaast steekbanden die vrijwel op dezelfde wijze in de standerd zijn bevestigd. Bovendien waren er ooit banden tussen Gotland en Saaremaa, ook op molenbouwkundig gebied. Dat de molenaar/boer in Sallmunds de standerd ooit heeft gehaald bij zijn zwager op Saaremaa gaat natuurlijk veel te ver… Wellicht heeft er ooit eerder een standerdmolen in of bij Sallmunds gestaan die qua bouwwijze overeen kwam met een soortgelijke molen op Saaremaa? Het blijft gissen…

Heel bijzonder is het lichtwerk: net boven te maalzolder bevindt zich een horizontale balk (een soort pedaal) waarmee je met je voet – via een soort tweede pasbalk- de werkelijke pasbalk omhoog kunnen brengen en daarmee de steen kunt uitlichten. Heb je de steen c.q. pasbalk op de juiste hoogte ingesteld, dan fixeer je de pasbalk (met de hand) door er een wig onder te plaatsen. Wil je de steen verder uitlichten, dan trap je het ‘pedaal’ dieper in en schuif je de wig iets verder op. Wil je bijsteken, dan trap je het ‘pedaal’ wederom in, waardoor de wig los komt te liggen, deze plaats je vervolgens iets terug, waarna je het pedaal weer (voorzichtig) los laat. Later zouden we deze constructie ook op enkele andere standerdmolens aantreffen, waaronder in Ollajvs (nr. 127) ook op het Storsudret.