Donderdag 31 juli 2014 (deel 10)

git-207-romakloster1

Enkele kilometers verderop bevinden wij ons in Romakloster: één van de weinige wat grotere plaatsen op Gotland waar we ook weer eens wat inkopen kunnen doen. De IC zet mij af bij een supermarkt waar ik de nodige inkopen kan doen, onder andere tweemaal anderhalve liter sinaasappelsap (ik kom hier later nog op terug); zelf gaat hij ook nog de hort op (geen idee waarvoor eigenlijk; zal wel gewoon tanken zijn). Als hij me weer ophaalt, gaan we – lekker voorspelbaar – naar de molen van Romakloster (207).

git-207-romakloster2

Even ten westen van het dorp staat een vrij grote ronde stenen grondzeiler die –afgezien van de tapse romp – vrij typisch is voor Gotland: zadelkap, staart met twee schoren (hoewel afgezaagd…) etc. Hij staat zeer ernstig ingegroeid door hoog geboomte en heeft eigenlijk alleen op het zuidoosten nog een enigszins onbelemmerde windvang.

Het kost enige improvisatie, maar uiteindelijk kunnen we toch naar binnen. Op de begane grond weer de typische twee open haarden. Verder heeft de molen twee koppel stenen. Ooit is de molen gerestaureerd, maar inmiddels maakt hij in alle opzichten een wat verwaarloosde indruk. Wat doet die bank daar trouwens op de steenzolder? Kraak? Anti-kraak (als men dat in Zweden kent)?

Wat ook opvalt is dat er hier een extra zolder voor (beter: onder) het spoorwiel is. Toegeven, ook in Nederland zijn er molens met een dergelijke constructie, ik vraag me altijd alleen af waarom? Breng zo’n zolder boven het spoorwiel aan en je hebt een extra opslagzolder! Dat laatste argument gaat hier overigens niet op, want – voor zover ik me kan herinneren – heeft (ook) deze molen geen luiwerk; een systeem dat toch vrij zeldzaam was en is op Gotland.

Voordeel van die extra zolder is dat we gemakkelijk het spoorwiel kunnen bekijken met de twee steenschijven. De overbrengingsverhouding is echt absurd snel: zeer groot spoorwiel en zeer kleine steenschijven…

… in de kap is snel duidelijk waarom: de bonkelaar (conisch gangwerk) is nagenoeg even groot als het bovenwiel en levert dus een overbrengingsverhouding op van circa één op één! Ook in de ruïneuze kap van één van de molens van Gullarve (nr. 199) zagen we een soortgelijke overbrengingsverhouding, al was hier sprake van een bovenschijfloop.

Inmiddels is de kap van de ooit gerestaureerde en best goed bewaard gebleven molen behoorlijk lek: snel ingrijpen is noodzakelijk!

In het eerder genoemde Youtube-filmpje zijn er ook enige opnamen van deze molen te zien onder de naam “Björke”; misschien de naam van de molen?