Woensdag 30 juli 2014 (deel 7)

git-162-a-kaart

We gaan vanmiddag op ontdekkingstocht door een brede strook van de westkust van het eiland. We doen dit min of meer zigzaggend: eerst noordelijk, dan terug naar het zuiden, dan weer een flink eind naar het noorden, om dat zelfde stuk vervolgens weer naar het zuiden terug te rijden.

In Kulland, een gehucht aan een doodlopende weg, vinden we een standerdmolen (162) bij een grote boerderij. De molen is ooit gerestaureerd, inmiddels is één end afgebroken. De baan naar de boerderij is blijkbaar van na het moment dat de molen buiten bedrijf kwam, want de staartbalk kan er zeker niet over bewegen. Nog iets? Ja, er is een speciaal kastje in de zijweeg op de maalzolder waar de molenaar een fles drank in kon (ver)stoppen.

Even noordelijker, in Gerum-Hägvalds, zou ook een molen (163A) moeten staan, op basis van een Tommy Masters-tekentje althans, maar deze treffen we niet aan; ‘’is verdwenen’’ noteer ik zelfverzekerd.

Enkele kilometers verderop staat in het gehucht Smiss (niet te verwarren met de Hallbjers Kvarn, nr. 81) een klein maar zeer fraai houten achtkantje (163). Het molentje staat zeker niet op het hoogste punt van de omgeving, maar daar doet men in Gotland sowieso niet zo moeilijk over. We kunnen hem zeker betitelen als van het Bornholm-type compleet met ui-vormige kap, spruiten en schoren. Het wiekenkruis is duidelijk anti-clockwise, maar enig voorbehoud is wenselijk…

git-163-smiss4

Een bordje op de begane grond maakt duidelijk dat hij hier in 1919 is gebouwd en afkomstig is uit Hägvalds (dat het zojuist gemoemde Tommy Masters-tekentje betrekking had om de alhier reeds bijna 100 jaar verdwenen molen lijkt ons dan weer heel erg sterk). In 1997 is hij gerestaureerd op initiatief van de lokale (daar is die term weer) hembygdsförenung.

Er is een houten onderaandrijfwerk, in prima staat, dat slechts één koppel stenen aandrijft. Of er ooit een tweede koppel is geweest lijkt logisch, maar daarvan lijkt geen sprake (?!); zie ook de molen van Fardhem-Kvie, nr. 161. Aan de bovenzijde van het spoorwiel bevindt zich een tweede gang kammen: dit zou óf een zaagwerk hebben kunnen aangedreven (zie Rangsarve, nr. 155) óf voor een motorische aandrijving hebben kunnen gediend. Verder staat hier een kamwiel opgesteld dat verdacht veel op een bovenwiel lijkt…

git-163-smiss8

Het ene koppel stenen op de steenzolder (feitelijk de enige zolder in dit molentje).

Toch wel een beetje desillusie in de kap: het wiel op de begane grond blijkt weldegelijk het oorspronkelijke bovenwiel; rond de bovenas bevindt zich een balkenconstructie die er vooral voor moet zorgen dat dit molentje vooral niet meer kan draaien: minpunten! Wel wordt op basis van de plaatsing van de vangbalk duidelijk dat dit weldegelijk een anti-clockwise molen is.